woensdag 8 april 2020

Witte Donderdag - lezingen en overweging

   Witte Donderdag

Met Witte Donderdag beginnen we de heilige drie dagen van Pasen. 
We vieren deze heilige dagen achter gesloten deuren vanwege het coronavirus.
Maar achter die gesloten deuren viert de parochie in besloten kring wel de Eucharistie.

We doen dat in de Jozefkerk om 19:00, zoals elk jaar.

Na afloop van die besloten viering gaan de deuren open (ca. 19:45) en kunnen we waken bij de Heer.
We doen dat dit jaar niet aan het zij-altaar, waar we weinig afstand van elkaar kunnen bewaren. Tot 23:00 kunt u in stilte bidden bij het tabernakel. Er is gelegenheid om dan in de spreekkamer het Sacrament van Boete en Verzoening te ontvangen. Achter in de kerk zijn ook nog palmtakjes te verkrijgen.

De overweging van uw pastoor vindt u op YouTube.



   Openingsvers
Wij roemen in het kruis van de Heer Jezus Christus. In Hem is ons heil, ons leven en verrijzenis, door wie wij verlost en bevrijd zijn.

   1e lezing  (Exodus 12, 1-8; 11-14)
In die dagen richtte de Heer het woord tot Mozes en Aäron in Egypte en sprak: Deze maand moet gij beschouwen als de beginmaand, als de eerste maand van het jaar. Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend: Op de tiende van deze maand moet ieder gezin een lam uitkiezen, ieder huis een lam. Als een gezin te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen, samen doen met hun naaste buur­man. Bij het verdelen van het lam moet rekening gehouden worden met ieders eetlust. Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en éénjarig. Ge kunt er een schaap of een geit voor nemen. Ge moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand. Dan moet heel de verzamel­de gemeenschap van Israël ze slachten in de avond­schemering. Vervolgens moet ge wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deur­posten en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt. In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bitte­re kruiden. En dit is de wijze waarop ge het lam moet eten: uw lendenen omgord, uw voeten ge­schoeid, en uw stok in de hand. Haastig moet ge het eten, want het is Pasen voor de Heer. Deze nacht zal Ik door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van Egypte, zowel mensen als dieren, zal Ik slaan. Aan alle goden van Egypte zal Ik het vonnis voltrekken. Maar het bloed aan de hui­zen zal een teken zijn dat gij daar woont. Als Ik het bloed aan uw huizen zie, zal Ik u voorbijgaan. Geen vernie­tigende plaag zal u treffen als Ik Egyp­te sla. Deze dag moet gij tot een gedenkdag ma­ken, ge moet hem vieren als een feest ter ere van de Heer. Van geslacht tot geslacht moet ge hem als een eeuwige instelling vieren.

   Psalm  116
REFREIN: Geeft niet de beker der zegening de wij zegenen gemeenschap met het bloed van Christus?
v      Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf? Ik hef de offerbeker,
v      de Naam van de Heer roep ik aan.
v      Want kostbaar is in zijn ogen het leven van wie Hem vereert. O Heer, ik ben uw dienaar,
v      uw knecht, Gij hebt mijn boeien geslaakt.
v      Met offers zal ik U loven, de Naam van de Heer roep ik aan. Ik zal mijn geloften volbrengen waar heel zijn volk het ziet.

   2e lezing  (1 Korinthiërs 11, 23-26)
Broeders en zusters, Zelf heb ik van de Heer de overlevering ontvangen die ik u op mijn beurt heb doorgegeven: dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, brood nam en na gedankt te hebben, het brak en zei: Dit is mijn lichaam voor u; doet dit tot mijn gedachtenis. Zo ook nam Hij na de maaltijd de beker met de woorden: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit, elke keer dat gij hem drinkt tot mijn gedachtenis. Tel­kens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij wederkomt.

   Vers
Een nieuw gebod geef ik U, zegt de Heer, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.

   Evangelie (Johannes 13, 1-15)
Het paasfeest was op handen. Jezus, die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar de Vader om uit deze wereld over te gaan naar de Vader, en die de zijnen in de wereld bemind had, gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. Onder de maaltijd, toen de duivel reeds aan Judas Iskariot, de zoon van Simon, het plan had ingegeven om Hem over te leveren, stond Jezus van tafel op. In het bewustzijn, dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde, legde Hij zijn bovenkleren af, nam een linnen doek en omgordde zich daarmee. Daarop goot Hij water in het wasbekken en begon de voeten van de leerlingen te wassen en ze met de doek waarmee Hij omgord was af te drogen. Zo kwam Hij bij Simon Petrus, die echter tot Hem zei: Heer, wilt Gij mij de voeten wassen? Jezus gaf hem ten antwoord: wat Ik doe, begrijpt ge nu nog niet, maar later zult gij het inzien. Toen zei Petrus tot Hem: Nooit in der eeuwig­heid zult Gij mij de voeten wassen! Jezus antwoordde hem: Als gij u niet door Mij laat wassen, kunt gij mijn deelgenoot niet zijn. Daarop zei Simon Petrus tot Hem: Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn han­den en hoofd. Maar Jezus antwoordde: Wie een bad heeft genomen, behoeft zich niet meer te wassen, tenzij de voeten, hij is immers helemaal rein. Ook gij zijn rein, ofschoon niet allen. Hij wist immers, wie Hem zou overleveren. Daarom zei Hij: Niet allen zijt gij rein. Toen Hij dan hun voeten had gewas­sen, zijn bovenkleren had aangetrokken en weer aan tafel was gegaan, sprak Hij tot hen: Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb? Gij spreekt Mij aan als leraar en Heer, en dat doet gij terecht, want dat ben Ik. Maar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen, zoals Ik u gedaan heb.