Pastoor Seidel
HOMILIE
Maria was de meeste vrije
mens die ooit heeft geleefd... en daarom werd zij de nederige dienstmaagd des
Heren. Afgelopen week met bevrijdingsdag en tevens de eerste week van de
meimaand, durven wij deze stelling te overdenken: de meest vrije mens wordt
nederige dienstmaagd. In veler oren zal dat klinken als een paradox: vrij en
dienstmaagd. Die veler oren zijn dan wellicht sterk gevuld met de invulling van
vrijheid zoals die thans overal rondom ons heen wordt aangeprezen: vrijheid is
zelfontplooiing, keuzevrijheid van het individu. Nederige dienstmaagden worden
al snel geassocieerd met slavernij.
Maar de paradox. De
vrijheid die 75 jaar geleden werd bevochten, was immers geen doel in zich,
althans, dat wil ik hopen. Soms zal de bevrijding van het Nazi-slavenjuk wel
eens het enige zijn geweest waar men naar verlangde, ongeacht wat er op volgde,
maar in wezen verlangde men naar een positieve vrijheid. Geen ‘bevrijding-van’,
alleen negatief, maar ‘bevrijding-om’, positief. De bevrijding van de
onderdrukking als basis om je vrij te kunnen inzetten. Vrijheid om het doel van
je leven weer te mogen beleven. Vrijheid om God te kunnen dienen en de naaste
als jezelf. Vrijheid om als mens weer een sociaal wezen te mogen zijn, om
liefde te kunnen geven aan wie je wil. Vrijheid om zelf te kunnen uitgroeien en
anderen te kunnen laten groeien naar hun bestemming in het leven. Een positieve
vrijheid, die nooit alleen naar zichzelf kijkt, maar altijd de ander in zijn of
haar liefde betrekt.
De broederlijke en
zusterlijke liefde, is het criterium voor een vrije maatschappij. Een
samenleving die vrije individuen produceert, die elkaar vergeten, die elkaar
misschien zelfs het licht niet in de ogen gunnen, dat is geen samenleving maar
een zelfbeleving. Dat is een groep individuen die de vrijheid niet waard is, en
de gevangene is van zichzelf. Een dictatuur van ikjes.
Maria is in dat licht de
meest vrije vrouw die ooit heeft geleefd. Zij was van de ontvangenis in de
Moederschoot gevrijwaard van zonde. Let wel: ge-vrij-waard. Dat woord betekent
veel. Vrij van... en daarmee bezat zij de meest grote innerlijke en uiterlijke
vrijheid om te beminnen. Haar vrijheid-van was de basis voor een leven dat
geheel en al beschikbaar was. Beschikbaar voor medemensen die nog zuchtten
onder het juk van de zonde, van de innerlijke en uiterlijke slavernij. Maria’s vrijheid werd pure liefde voor de onvrijen,
en daarom wilde zij zijn: klein, delend in het lijden van de zondeslavernij,
nederig, om de wil van God te vervullen die wilde dat alle mensen werden
bevrijd, en dus: dienstbaar aan de mensen, dienstbaar aan de wereld, opdat die
zou kunnen worden verlost door de menswording van Gods Zoon. Dienstbaar door
een jawoord, dat betekende: levenslang knecht zijn met Christus, die zelf,
zoals Paulus zegt: “de gedaante van een slaaf op zich heeft genomen”. De
vrijheid van God die zich geeft in liefde, en de knechtschap van het menselijke
lichaam aanneemt. Zo ook Maria. De vrijheid van Maria, haar vrijwaring van de
zonde, kon haar tot niets anders brengen dan om de nederige dienstmaagd des
Heren te worden.
Zij die van Maria een soort
‘vernederde’ dienares maken, hebben een karikatuur gemaakt van haar vrijheid.
Niets vernedering. Liefde voor alle mensen! Geen onvrijheid, maar de grootste
vrijheid. Vrijheid om je te geven...
In deze meimaand, en op de
herdenking van onze eigen vrijheid, wil ik U heel concreet Maria voorhouden.
Wij delen in haar vrijheid, als wij ons tot Christus bekeren, gelovig Hem
toelaten in ons leven, en leven vanuit zijn genade. Wij zijn ook verlost van de
zonde, zij het niet van de moederschoot af. Onze wereld daagt ons voortdurend
uit om de vrijheid te misbruiken: om je NIET te geven, om de vrijheid tot een
bezit te maken voor jezelf. Maria laat ons zien, dat echte vrijheid altijd
gevende vrijheid is, dat het de wereld in de armen sluit, dat het liefde geeft,
levenslang, tot het lijden toe. Gaan wij in deze tijd in Godsnaam aan de hand van Maria. Het klassieke lied van Maria
Sterre der Zee kent de nog immer actuele zinsnede: “Bedreigen ons noodweer of
storm op ons baan, is het scheepj’ onzer ziel in gevaar te vergaan; bedaar o
Maria, de storm op uw bede, geleid ons door’ t leven...” Ik moet daar aan
denken vandaag en ook in deze rare tijd van coronacrisis. De stormen van
onvrijheid van de liefdeloosheid, de angst voor ziekte, ze waaien rondom ons
heen, en ze trekken onze ziel in de afgrond van slavernij. Willen wij dankbaar
onze moeizaam bevochten vrijheid gebruiken, aan de hand van Maria, om deze
wereld meer liefde te geven. Zeggen wij ja met Maria, om in onze samenleving
vrije dienstknechten te zijn.