vrijdag 8 mei 2020

Het heilige en het profane

Voor wie iets meer wil nadenken over de betekenis van de kerk als heilige plaats, en de liturgie als heilige tijd, schreef pastoor Seidel een blog op zijn eigen pagina, klik HIER. Voor degenen die iets meer achtergrond hebben in theologie en filosofie wellicht wel te volgen...

Rechts: heilige plaats, waarlijk, iedereen kan zien: daar woont de Heer.


donderdag 7 mei 2020

Geen openstelling Lambertuskerk dit seizoen

In overleg met het Kerkwachtersgilde, dat elk jaar de openstelling van de Lambertuskerk verzorgt en rondleidingen verzorgt, is besloten dit seizoen de kerk niet te openen op woensdag- en zaterdagmiddag. Wij willen voorkomen dat er kwetsbare mensen risico lopen door zonder dringende reden (toerisme) de kerk te bezoeken. 

Wij hopen dat we in 2021 weer normaal kunnen omgaan met elkaar en weer een Open Kerk kunnen realiseren.

Nieuwsupdate 7 mei

Na de persconferentie van premier Rutte vanavond, hebben we iets meer perspectief.
Wij waren al bezig met het openen van de Jozefkerk voor gebed en dat is voor nu de eerste stap.
Maar de ontwikkelingen kunnen nu snel gaan, richting 1 juli. We hopen nu op snelle verruiming van mogelijkheden!

We houden u van elke nieuwe fase voor de parochie spoedig op de hoogte!

De laatste nieuwsbrief vindt u daarom HIER.

vrijdag 1 mei 2020

Lezingen en overweging voor de vierde zondag van Pasen

Terwijl er in Nederland steeds meer gehunkerd wordt naar een geleidelijke versoepeling van de Corona-maatregelen, zitten we nog steeds met zijn allen thuis. In Duitsland mogen in de meeste deelstaten de kerken weer open dit weekend. Met strenge maatregelen om afstand te houden, dat dan weer wel. In Nederland wordt er ook nagedacht onder welke voorwaarden dat weer zou mogen. 

We hopen er op, want we missen elkaar, en juist op deze zondag van de Goede Herder, wil Jezus ons niet alleen individueel liefdevol vastpakken en op zijn schouders brengen, maar ons ook thuis brengen in zijn schaapsstal, de Kerk. We zijn als individu geroepen om zijn leerlingen te zijn, maar ook met elkaar en voor elkaar. Onder de liefdevolle mantel van onze moeder Maria, aan het begin van de meimaand.

Daarover spreekt pastoor Seidel ook in zijn wekelijkse overweging... en die vindt u HIER, KLIK OP DEZE LINK

https://www.youtube.com/watch?v=fblGKXidWfY


Lezingen


Eerste Lezing       Hand., 2, 14a. 36-41
Op de dag van Pinksteren trad Petrus met de elf naar voren en verhief zijn stem om het woord tot de menigte te richten: "Voor heel het huis van Israël moet onomstotelijk vaststaan, dat God die Jezus die gij gekrui­sigd hebt, tot Heer en Christus heeft gemaakt," Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: "Wat moeten we doen, mannen, broeders?" Petrus gaf hun ten antwoord: "Bekeert u en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de heilige Geest ontvangen. Want die belofte geldt u, uw kinderen en alle mensen, waar dan ook, zovelen de Heer onze God zal roepen." Met nog vele andere woorden legde hij getuigenis af, en hij vermaande hen: "Redt u uit dit ontaarde geslacht." Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten.

Antwoordpsalm Ps. 23 (22), 1-3, 3b-4, 5, 6
Refrein: De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.
De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort; Hij laat mij weiden op groene velden. Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten, Hij geeft mij weer frisse moed.
Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden omwille van zijn Naam. Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.
Uw stok en uw herdersstaf geven mij moed en vertrouwen. Gij nodigt mij aan uw tafel tot ergernis van mijn bestrijders.
Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol. Voorspoed en zegen verlaten mij nooit, elke dag van mijn leven. Het huis van de Heer zal mijn woning zijn voor alle komende tijden.
Tweede Lezing    1 Petr., 2, 20b-25
Dierbaren, Geduldig verdragen wat gij te lijden hebt om uw goede daden, dat is het wat God behaagt. Het is ook uw roeping, want Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten; gij moet in zijn voetstappen treden. Hij heeft geen zonde gedaan en in zijn mond is geen bedrog gevonden. Als Hij gescholden werd, schold Hij niet terug. Als men Hem leed aandeed, uitte Hij geen dreigementen. Hij liet zijn zaak over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen.

Alleluia
Alleluia. Ik ben de goede Herder, zegt de Heer, Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Alleluia.
  
Evangelie              Joh., 10,1-10
In die tijd zei Jezus: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover. Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open. De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze niet volgen; integendeel, zij zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen." Deze gelijkenis vertelde Jezus hun, maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen. Een andere keer zei Jezus tot hen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Allen die voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. lk ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen. lk ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed."



donderdag 30 april 2020

Nieuwsbrief 1 mei

Beste parochianen,
Wij denken aan u en missen u.
Daarom richten wij ons tot u met deze NIEUWSBRIEF, KLIK HIER.

nieuwsbrief mei

vrijdag 24 april 2020

Lezingen en overweging derde zondag van Pasen


Woord van bemoediging

Beste parochianen,

Waarschijnlijk moeten wij nog een langere tijd elkaar missen, omdat we niet kunnen samenkomen, of in ieder geval nog langer anderhalve meter afstand moeten houden. Dat raakt ons allen diep.

Anderzijds hebben we ook een tijd van bezinning, waarin we ons mogen afvragen: moeten we wel terugkeren naar dat oude normaal? Of is het ook een tijd van nieuwe keuzes maken, een nieuwe toekomst, een nieuw normaal op de manier die God van ons mag verwachten? Een nieuwe periode kan ook een nieuw verlangen opwekken naar normalisering waarin het beter is. God laat ons niet in de steek, maar beproeft ons om naderhand méér met Hem verbonden te zijn. Moeten wij deze crisis niet doorstaan, om te kunnen onderscheiden waar het op aan komt?

Laten we het niet alleen met droefheid of mopperend verdragen, maar met een hoopvolle gedachte. God heeft er een bedoeling mee, en we kunnen die in Jezus en het lezen van Gods Woord wellicht ontdekken. Vandaag de lezing van het beroemde Emmausverhaal. Ontmoedigde leerlingen die door Jezus weer op nieuwe gedachten worden gebracht.

Pastoor Seidel heeft voor deze zondag een lange overweging gemaakt, waarin hij de crisis verbindt met de Bijbel en de boodschap dat God ons de weg zal wijzen...




Eerste Lezing       Hand., 2, 14. 22-28
Op de dag van Pinksteren trad Petrus naar voren met de elf en verhief zijn stem om het woord tot de menigte te richten: "Gij allen, Joodse mannen en bewoners van Jeruzalem, weet dit wel en luistert aandachtig naar mijn woorden. Jezus de Nazoreeër was een man wiens zending tot u van Godswege bekrachtigd is. Gij kent immers zelf de machtige daden, wonderen en tekenen, die God door Hem onder u heeft verricht: Hem, die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit en voorkennis is uitgeleverd, hebt gij door de hand van goddelozen aan het kruis gena­geld en gedood. Maar God heeft Hem ten leven opgewekt na de strikken van de dood te hebben ontbonden; want het was onmogelijk dat Hij daardoor werd vastgehouden. Doelend op Hem toch zegt David: De Heer had ik voor ogen, altijd door, Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen; daarom is er blijdschap in mijn hart en jubelt mijn mond van vreugde; ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien. Wegen ten leven hebt Gij mij doen kennen. Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn."

Antwoordpsalm                  Psalm 16

Refrein: Wijs ons, Heer, de weg van het leven.
Behoed mij God, tot U neem ik mijn toevlucht; Gij zijt mijn Heer, ik erken het, ik vind geen geluk buiten U.
De Heer is mijn erfdeel, de dronk uit de beker, Hij heeft mijn lot in zijn hand. Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft, Hij spreekt ook des nachts in mijn hart.
Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer, ik val niet want Hij staat naast mij. Daarom ben ik vrolijk en blij van geest, daarom kan ik rustig gaan slapen.
Mijn ziel laat Gij niet aan het dodenrijk over, Gij levert uw dienaar niet uit aan het graf. Gij zult mij de weg van het leven wijzen om heel mijn vreugde te vinden bij U, bestendig geluk aan uw zijde.

Tweede Lezing    1 Petr., 1, 17-21
Dierbaren, God die gij aanroept als Vader, is ook de onpartijdige rechter over al onze daden; koestert daarom ontzag voor Hem, zolang gij hier in ballingschap leeft. Gij weet dat gij niet met vergankelijke dingen, zoals goud en zilver, zijt verlost uit het zinloze bestaan dat gij van uw vaderen had geërfd. Gij zijt verlost door het kostbaar bloed van Christus, het lam zonder vlek of gebrek, dat uitverkoren was voor de grondlegging der wereld, maar eerst op het einde der tijden is verschenen, om uwentwil. Door Hem gelooft gij in God, die Hem van de doden opgewekt en Hem de heerlijkheid gegeven heeft; daarom is uw geloof in God tevens hoop op God.

Alleluia

Alleluia. Heer Jezus, ontsluit voor ons de Schriften; doe ons hart branden terwijl Gij tot ons spreekt. Alleluia.          


Evangelie              Lc., 24, 13-35

In die tijd waren er twee van de leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaus heette en dat ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en Hij liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: "Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?" Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kléopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: "Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?" Hij vroeg hun: "Wat dan ?" Ze antwoordden Hem: "Dat met Jezus de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen. En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen ! Maar met dit al is het reeds de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest, maar hadden zijn lichaam niet gevonden, en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen ze niet." Nu sprak Hij tot hen: "O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben ! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?" Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: "Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde." Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: "Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?" Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Dezen verklaarden: "De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen." En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.

Koninklijke onderscheiding dhr. Frans van de Leur


Het heeft zijne Majesteit behaagd, om ons parochiebestuurslid Frans van de Leur een koninklijke onderscheiding te geven, niet alleen voor zijn bestuurswerk, maar ook voor meer dan een halve eeuw koorzang bij het Sint-Jozefkoor en andere koren, zijn inzet voor de Stichting Draaiorgelmuseum, kosterswerk, het bestuurswerk voor de Morrisdansgroep en ook zijn inzet voor de restauratie van de Jozef- en Lambertuskerk door vakschool Sint-Lucas waar Frans voorheen docent was. 

Wij feliciteren hem van harte met deze welverdiende onderscheiding en danken hem voor de jarenlange inzet!

Vanmorgen is de onderscheiding via Skype door de burgemeester aangekondigd. Het opspelden en een feestelijke samenkomst volgt na de lockdowncrisis.

Uw pastoor heeft hem, samen met andere vertegenwoordigers van de groepen, op gepaste afstand, toegejuicht op het balkon van zijn huis...


maandag 20 april 2020

God laat ons niet leeg achter na beproevingen

Als God ons in deze dagen beproeft, hebben we soms een gevoel van leegte. Ja, we zullen als land en Kerk moeten veranderen. Dingen moeten achterlaten, vanzelfsprekendheden, gewoontes. Het wordt een hele bekeringsweg naar misschien zuiverder en eenvoudiger leven. Het kón ook niet allemaal maar doordenderen alsof onze aarde nooit zou terugslaan. 
Maar het kan en zál ook een kans zijn om van Hem een ander geluk te ontvangen. Meer van elkaar houden, zelfs op een zekere fysieke afstand. Meer zorgen, meer genieten van kleinere dingen. Laten we open staan voor een nieuwe tijd waarin God plannen met ons heeft. Mooie plannen. Al weten we niet wat die zijn, en moeten we eerst nog een aantal dingen doorstaan...

Afbeelding kan het volgende bevatten: mogelijk herkende tekst: God will never leave you empty. He will replace everything you lost. If he asks you to put something down, it's because He wants you to pick up something greater. Amen!

woensdag 15 april 2020

Eucharistie op TV vanuit de Jozefkerk op 19 april. Nu terugkijken!


Zondag, 19 april, werd de Eucharistieviering op NPO2 vanuit onze eigen Jozefkerk uitgezonden. De viering begont om 10:00 en vindt plaats zonder aanwezigheid van gelovigen.
Pastoor Seidel was de celebrant, en de zang werd verzorgd door Jacqueline Huisman met begeleiding door Jan van de Laar.

Terugkijken kan HIER



zaterdag 11 april 2020

Zalig Pasen

Via dit medium wensen wij u allen een Zalig Paasfeest, en laten we hoop houden dat het leven van Christus sterker is dan alle angst en lijden.

Pasen is een feest van overwinning op de dood, en dat mag ons mensen vrij maken van alles wat ons bedrukt. Wij vieren deze dagen in beperkte kring Pasen met de Eucharistie. Op zaterdagavond vieren we de Paaswake in de Jozefkerk en op zondagochtend de viering van de Paasdag. Wij hopen dat u in de huiselijke kring ook Pasen kunt vieren met de Kerk, bijvoorbeeld door de vieringen op NPO2 te volgen, of op eerste paasdag de livestream vanuit de Lambertuskerk

 
(https://www.youtube.com/watch?v=VZZSK7rAuuU) 

Om onze hoop uit te drukken, zullen de kerkklokken van alle katholieke kerken van Nederland op eerste paasdag om 12:00 luiden.


Lezingen en overweging voor Pasen

Overweging van pastoor Seidel:


Lezingen van de Paaswake

Lezing (Ex.14, 15-15,1)

In die dagen sprak de Heer tot Mozes: "Wat roept gij Mij toch. Beveel de Israëlieten verder te trekken. Gij zelf moet uw hand op­heffen, uw staf uitstrekken over de zee en ze in tweeën splijten. Dan kunnen de Israëlie­ten over de droge bodem door de zee trekken. Ik ga de Egypte­naren halsstar­rig maken zodat zij hen achterna gaan. En dan zal Ik Mij ver­heer­lijken ten koste van farao en heel zijn le­germacht, zijn wagens en zijn wagenmenners. De Egyp­tenaren zullen weten dat Ik de Heer ben, als Ik Mij verheerlijk ten koste van farao, zijn wagens en zijn wagen­menners." De engel van God die aan de spits van het leger der Israëlieten ging, veranderde van plaats en stelde zich ach­ter hen op, tussen het le­ger van de Egyp­tenaren en het leger van de Israëlie­ten. De wolk bleef die nacht donker zodat het heel de nacht niet tot een treffen kwam. Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de Heer deed die hele nacht door een sterke oos­ten­wind de zee terugwijken. Hij maakte van de zee droog land en de wateren spleten vaneen. Zo trok­ken de Israë­lieten over de droge bodem de zee door, ter­wijl de wate­ren links en rechts een wand vormden. De Egyptenaren zetten de achter­volging in; alle paarden van farao, zijn wagens en zijn wagen­menners gingen achter de Israëlieten aan de zee in. Tegen de morgen­wake richtte de Heer zijn blikken vanuit de wolkkolom en de vuur­zuil op de leger­macht van de Egypte­naren en bracht ze in verwar­ring. Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen zodat ze s­lechts met moeite vooruit kwamen. De Egyptenaren rie­pen uit: "Laten we vluchten voor de Israe­lieten, want de Heer strijdt voor hen tegen ons." Toen sprak de Heer tot Mozes: "Strek uw hand uit over de zee, dan zal het water te­rugstromen over de Egyptena­ren en hun wagens en wa­gen­men­ners." Mozes strekte zijn hand uit over de zee en toen het licht begon te worden vloeide de zee naar haar ge­wone plaats terug. Daar de Egypte­naren er tegen in vlucht­ten dreef de Heer hen mid­den in de zee. Het water vloeide terug en overspoelde wagens en wagen­men­ners, heel de strijdmacht van de farao die de Israëlieten op de bodem van de zee achter­na waren gegaan. Niet één bleef ge­spaard. De Israëlie­ten daaren­tegen waren over de droge bodem door de zee getrokken, terwijl de wate­ren links en rechts van hen een wand vormden. Zo redde de Heer op deze dag Israël uit de greep van Egypte; Israël zag de Egyp­tenaren dood op de kust liggen. Toen Israël het mach­tige optreden van de Heer tegen Egypte gezien had, kreeg het volk ontzag voor de Heer; zij stelden vertrouwen in de Heer en in Mozes, zijn die­naar. Toen hieven Mozes en de Isra­lieten ter ere van de Heer een lied aan:

TUSSENZANG    Ex.15,1-6.17-18

REFREIN: De Heer bezing ik, de overwinnaar.

De Heer bezing ik, de overwinnaar, paarden en ruiters dreef Hij in zee. De Heer is mijn kracht, Hem dank ik mijn redding, de Heer is mijn God, voor Hem is mijn lied.
De God van mijn vaderen, Hem zal ik prijzen, een machtig strijder, zijn naam is de Heer.

Farao's wagens, zijn legers verdronken, de Rietzee verzwolg de keur van zijn volk.
De golven zijn over hen heen geslagen, zij zijn als een steen in de diepte gestort.Uw hand, Heer, die machtiger is dan de mensen, uw hand heeft de vijand ten val gebracht,

Gij hebt hen gebracht naar uw eigen bezit, geplant op de berg waar Gij zelf wilde wonen. De heilige plaats, Heer, die Gij hadt gemaakt: de Heer zal daar heersen voor altijd en eeuwig.

Lezing    (Jes. 54, 5-10.14)

Hij die U schiep, Hij is uw Bruidegom, Hij is uw Schep­per; zijn Naam is: Heer der hemelse machten: Hij wordt ge­noemd: uw Verlosser, Israëls heilige, God van geheel de aarde! Een verlaten, zielsbe­droefde vrouw zijt gij, maar de Heer roept U weer bij uw naam. Want -zo zegt uw God- kan iemand de liefde van zijn jeugd wel verstoten? In een plotse­linge opwelling heb Ik U in de steek gelaten, maar met een grote barm­hartigheid zoek ik U weer op. In een vlaag van toorn heb Ik voor een ogenblik mijn aange­zicht van U afgewend maar -zo spreekt de Heer, uw Verlosser- met een eeuwige liefde ont­ferm Ik mij weer over U. Zoals ik ten tijde van Noach gezwo­ren heb dat de wateren de aarde nooit meer zouden be­dekken, zo zweer Ik nu nooit meer vertoornd op U te zijn, en U nooit meer te bedreigen. Want de bergen mogen wan­kelen, de heuvels schudden, maar mijn trouw jegens U zal niet wankelen en mijn ver­bond van liefde niet breken, zegt de Heer die U barmhartig is. Gij zult gegrondvest zijn op ge­rechtigheid: weet U dus vrij van onderdrukking, gij hebt niets te vrezen! En vrij van verschrikking: want geen ver­schrikking zal U ooit nog over­vallen!

TUSSENZANG    Psalm 30

REFREIN: U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij bevrijd.

U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij bevrijd. Gij hebt mijn vijanden niet laten zegevieren. Heer, uit het dodenrijk hebt Gij mijn ziel verlost, Gij hebt mij losge­maakt van die ten grave dalen.

Bezingt de Heer dan met mij, al zijn vromen, en dankt zijn Naam die hoogverheven is. Zijn toorn duurt kort, maar zijn genade levenslang; de avond brengt geween, de ochtend blijdschap.

Heer, luister en ontferm U over mij, mijn God, sta mij terzijde met uw hulp. Gij hebt mijn rouwklacht in een vreugdedans veranderd, mijn rouwkleed losgemaakt, met blijdschap mij omgord.

Mijn ziel zal U bezingen zonder te verstommen, U zal ik loven, Heer mijn God, in eeuwigheid.


Lezing  (Rom. 6, 3-11)

Broeders en zusters, Gij weet toch, dat de doop waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt. Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood, dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding, in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is; daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen, zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven; want wij weten dat Christus, eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem. Door de dood die Hij gestorven is, heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde, het leven dat Hij leeft, heeft alleen met God van doen. Zo moet ook gij uzelf beschouwen: als dood voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus.

Alleluia 
Looft de Heer, want Hij is goed; want eeuwig duurt zijn ontferming.

Evangelie Matteus (28,1-10)

Na de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag der week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en zei: Gij behoeft niet bevreesd te zijn. Ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is niet hier, Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft. Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden en nu gaat Hij u voor naar Galilea: daar zult gij Hem zien. Dat had ik u te zeggen. Terstond gingen zij weg van het graf, met vrees en grote vreugde, en zij haastten zich het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen. En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zei: Weest gegroet. Zij traden op Hem toe, om­klem­den zijn voeten en aanbaden Hem. Toen sprak Jezus tot hen: Weest niet bevreesd. Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien.


donderdag 9 april 2020

Goede Vrijdag - muzikale meditatie met Arvo Pärt


Voor wie niet zo gemakkelijk op Goede Vrijdag kruiswegmeditaties leest, maar wel een antenne heeft voor moderne muziek die je ziel raakt, maakte pastoor Seidel een blog: een muzikale manier om naar Jezus te gaan in zijn lijden. U vindt het blog en de muziek (YouTube) HIER.