vrijdag 15 mei 2020

Nieuwsbrief 15 mei


Hiermee hopen we u op de hoogte te houden van de recente ontwikkelingen.

Zo gauw er meer bekend is over de openstelling van de kerken, komt er weer een nieuwsbrief!

Volgende week is het Hemelvaartsdag. Wij kondigen nu reeds aan dat we dan een rechtstreekse viering vanuit de Lambertuskerk uitzenden op ons YouTube kanaal: https://www.youtube.com/watch?v=hMvcde3RqK8.

Deze streaming is mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Stichting Steun Welzijnszorg, waarvoor hartelijk dank! 
Van Asten Media (foto's hieronder) verzorgt de technische kant van de uitzending, ook hen zeggen we dank voor de samenwerking!



donderdag 14 mei 2020

Overweging en lezingen zondag 17 mei

Eerste Lezing       Hand., 8, 5-8. 14-17
In die dagen kwam de diaken Filippus in de stad van Samaria en predik­te daar de Messias. Filippus' woorden oogstten algemene instemming toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij ver­richtte. Uit vele bezetenen gingen de onreine geesten onder luid ge­schreeuw weg en vele lammen en kreupelen werden genezen. Daarover ontstond grote vreugde in die stad. Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord Gods had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst, een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest.

Antwoordpsalm  uit psalm 65 (66)

Refrein: Jubelt voor God, alle landen der aarde.
-- Jubelt voor God, alle landen der aarde, bezingt de heerlijkheid van zijn Naam. Brengt Hem hulde en zegt tot uw God: verbijsterend zijn al uw daden. Refrein
-- Heel de aarde moet U aanbidden, bezingen uw heilige Naam. Komt en aanschouwt wat God heeft verricht, ontstellende daden onder de mensen. Refrein
-- Hij maakte de zee tot een droge vallei, zij gingen te voet door de bedding. Laten wij juichen van vreugde om Hem die eeuwig regeert door zijn macht. Refrein

Tweede Lezing    1 Petr.,3, 15-18

Dierbaren, Heiligt in uw hart Christus als de Heer. Weest altijd bereid tot verant­woording aan alwie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft. Maar verdedigt u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied, en zorgt dat uw geweten zuiver is. Dan zullen zij die uw goede christelijke levens­wandel beschimpen, met hun laster beschaamd staan. Hoeveel beter is het, zo God het wil, te lijden voor het goede dat men doet dan straf te ondergaan voor misdrijven. Ook Christus is eens voor al gestorven voor de zonden, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, om ons tot God te brengen. Gedood naar het vlees, werd Hij ten leven gewekt naar de Geest.

Alleluia                 
Alleluia. Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, zegt de Heer; en Wij zullen tot Hem komen. Alleluia

Evangelie              Joh., 14, 15-21
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij zult leven. Op die dag zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u. Wie mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft. En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren."

-------------------------------------------------------------------

Overweging (door pastoor Seidel)

Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? In onze tijd houden veel mensen niet van geboden. Niet als ons door premier Rutte van allerlei beperkingen worden opgelegd met coronamaatregelen. En zeker niet als die door God of de Kerk worden gegeven. Mensen voelen zich vrij, en daarbij past niet zoiets als dwang van buiten. Wij kunnen zelf goed uitmaken wat we moeten doen – zeggen mensen dan. Of we anderhalve meter afstand moeten houden. Of we thuis moeten blijven. Of we God op de eerste plaats zouden moeten stellen. We houden niet van handhavers, we willen het zelf in de hand hebben.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Jezus zegt vandaag verschillende keren “Wie Mij liefheeft, onderhoudt mijn geboden”. Zou het er aan liggen dat mensen tegenwoordig niet meer van Jezus houden? Ongetwijfeld is dat bij velen zo. Wie bij de naam Jezus niets meer voelt, wie onverschillig is of Hij nu wel of niet verrezen is, wie in God gelooft zonder Kerk en zonder per se in Jezus te geloven, ja, iemand die zó denkt, wordt niet koud of warm van Jezus – en wie onverschillig is, houdt ook niet van iemand.
Maar zouden we alleen daarom moeite hebben met de geboden? Omdat wij in een gedoogland leven, omdat Jezus’ liefde sommige mensen minder aanspreekt? Er wordt in het evangelie nog méér gezegd: Jezus blijft bij ons in de kracht van de heilige Geest. De Geest van de waarheid, de Geest die in ons zal zijn, de Geest die laat leven. Wie zich door die Geest laat leiden, zal Jezus beminnen en daarom ook een relatie met de Vader van Jezus Christus hebben.
Als mensen moeite hebben met de geboden, dan zou het dus ook wel eens een zaak kunnen zijn van ons hart. Niet alleen het hart van liefde voor Jezus Christus, maar ook omdat geloven en leven – als we eerlijk zijn – vaak zo oppervlakkig en snel is geworden. Alle dingen van grote waarde lijken tussendoortjes te worden: onmiddellijke bevrediging gewenst. Het zou ook wel eens de reden kunnen zijn waarom veel landgenoten vandaag de dag alles willen ‘voelen’. Niets is zo gemakkelijk als een gevoel waar je niet steeds bij hoeft na te denken. Niet moeilijk doen met zware woorden en begrippen… Het hart van de mens heeft echter ook diepere verlangens, verlangens naar echte relaties die tijd nodig hebben, om ze te vinden en te onderhouden. Diepe verlangens naar vrede en zekerheid die niet onmiddellijk te voelen zijn. Verlangens die gemakkelijk overschreeuwd worden door teveel consumptie en te weinig contemplatie. Verlangens die gewekt en gekoesterd worden… in de kracht van de heilige Geest, de Geest der waarheid die de Vader geeft aan wie het geduld heeft zich te laten beminnen en zelf terug te beminnen.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Als ons hart open staat voor de heilige Geest, is het een huis waar de geboden van harte en niet uit winstbejag worden beleefd. De geboden van Christus: de twee grote van God beminnen en de naaste als onszelf. De twee geboden die één zijn in het woord ‘liefde’. Wie Christus bemint, logisch dat hij ook God – diens Vader – en de mensen – diens broers en zussen – zal beminnen. Maar daar gaat aan vooraf: ‘beminnen zoals we onszelf beminnen’. Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Omdat mensen soms te druk zijn om zichzelf écht te beminnen. Nee, egoïsme en narcisme vinden we niet moeilijk, maar dat is geen liefde. Jezelf écht beminnen wil zeggen: jezelf zien in relatie tot God en anderen. Jezelf beminnen omdat je wordt bemind. Dat is gezond evenwicht, naar wie je zelf bent en naar anderen. Dat heeft tijd nodig en geduld.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Na het voorafgaande zouden we ons mogen afvragen: zijn wij genoeg thuis bij God, onze naaste en onszelf? Laten wij ons door de heilige Geest leiden in het voetspoor van Jezus’ liefde? Zoeken wij naar de diepte van ons hart, naar wat ons echt vrede geeft, of laten we ons meeslepen door de oppervlakkigheid van consumeren en directe bevrediging? Als wij leven naar de Geest, en vanuit ons hart Christus leren vinden en beminnen, ja, dan hebben wij vanzelfsprekend geen moeite meer met zijn geboden. Want dan is het de beloofde heilige Geest die in ons is, en die we kennen omdat we thuis zijn bij ons diepste innerlijk. Daar zullen God en de naaste van harte worden bemind en de geboden niet zwaar meer zijn. 

maandag 11 mei 2020

Overleden: emeritus-pastoor Ton Sanders


In Huize Glorieux in Eindhoven, is in de nacht van 11 mei overleden, emeritus-pastoor Ton Sanders. Hij werd 91 jaar. Geboren en getogen in het centrum van Helmond, werd hij (net als zijn oudere broer) priester van ons bisdom en droeg zijn eerste Mis op in de Lambertuskerk, in 1955. Hij werkte op diverse plaatsen in ons bisdom, maar de langste tijd als rector van het St. Jozefziekenhuis in Deurne, en na zijn vroege pensionering aldaar nog kort als pastoor in Vlierden. Na zijn emeritaat woonde hij op een appartement in onze parochie en bleef hij, zolang zijn gezondheid het toeliet, assisteren in onze parochie en daarbuiten. Vanwege zijn afnemende gezondheid verhuisde hij naar een verpleeghuis voor religieuzen in Eindhoven, waar hij na een kort ziekbed, ten gevolge van een Corona-besmetting, overleed.

Wij kennen pastoor Sanders in onze parochie als een gedreven en gelovige priester, die op zijn oude dag nog vol vuur kon zijn, met zingen, preken en spreken. Hij leefde in de geest van de charismatische vernieuwing, vanuit de kracht van de Heilige Geest, en dat droeg hij ook uit. Wij zijn dankbaar voor zijn inzet en toewijding, en het delen van zijn geloof, ook voor onze parochie.



Als priesterzoon van onze Lambertusparochie gaan wij hem (overeenkomstig zijn eigen wens), vanuit de Lambertuskerk begraven rond de Calvarieberg op de begraafplaats aan de Molenstraat. Helaas moeten wij de uitvaart, vanwege de coronamaatregelen, in besloten kring doen plaatsvinden. Wij kunnen u daarom niet massaal uitnodigen voor de viering.
Maar laten wij in de geest van Ton, vol vertrouwen op Jezus en de verrijzenis, voor hem bidden, dat hij nu in de hemel met zijn Heer mag leven voor eeuwig.


(Foto's van onze website heiligelambertus.nl)


vrijdag 8 mei 2020

Overweging voor zondag 10 mei

Gewoonlijk spreek ik via YouTube een overweging in. Helaas zie ik dat die door steeds minder mensen wordt bekeken. Daarom vandaag een geschreven homilie. Over vrijheid. Over Maria. Ik wens u een goede zondag toe.
Pastoor Seidel


HOMILIE

Maria was de meeste vrije mens die ooit heeft geleefd... en daarom werd zij de nederige dienstmaagd des Heren. Afgelopen week met bevrijdingsdag en tevens de eerste week van de meimaand, durven wij deze stelling te overdenken: de meest vrije mens wordt nederige dienstmaagd. In veler oren zal dat klinken als een paradox: vrij en dienstmaagd. Die veler oren zijn dan wellicht sterk gevuld met de invulling van vrijheid zoals die thans overal rondom ons heen wordt aangeprezen: vrijheid is zelfontplooiing, keuzevrijheid van het individu. Nederige dienstmaagden worden al snel geassocieerd met slavernij.
Maar de paradox. De vrijheid die 75 jaar geleden werd bevochten, was immers geen doel in zich, althans, dat wil ik hopen. Soms zal de bevrijding van het Nazi-slavenjuk wel eens het enige zijn geweest waar men naar verlangde, ongeacht wat er op volgde, maar in wezen verlangde men naar een positieve vrijheid. Geen ‘bevrijding-van’, alleen negatief, maar ‘bevrijding-om’, positief. De bevrijding van de onderdrukking als basis om je vrij te kunnen inzetten. Vrijheid om het doel van je leven weer te mogen beleven. Vrijheid om God te kunnen dienen en de naaste als jezelf. Vrijheid om als mens weer een sociaal wezen te mogen zijn, om liefde te kunnen geven aan wie je wil. Vrijheid om zelf te kunnen uitgroeien en anderen te kunnen laten groeien naar hun bestemming in het leven. Een positieve vrijheid, die nooit alleen naar zichzelf kijkt, maar altijd de ander in zijn of haar liefde betrekt.
De broederlijke en zusterlijke liefde, is het criterium voor een vrije maatschappij. Een samenleving die vrije individuen produceert, die elkaar vergeten, die elkaar misschien zelfs het licht niet in de ogen gunnen, dat is geen samenleving maar een zelfbeleving. Dat is een groep individuen die de vrijheid niet waard is, en de gevangene is van zichzelf. Een dictatuur van ikjes.
Maria is in dat licht de meest vrije vrouw die ooit heeft geleefd. Zij was van de ontvangenis in de Moederschoot gevrijwaard van zonde. Let wel: ge-vrij-waard. Dat woord betekent veel. Vrij van... en daarmee bezat zij de meest grote innerlijke en uiterlijke vrijheid om te beminnen. Haar vrijheid-van was de basis voor een leven dat geheel en al beschikbaar was. Beschikbaar voor medemensen die nog zuchtten onder het juk van de zonde, van de innerlijke en uiterlijke slavernij. Maria’s  vrijheid werd pure liefde voor de onvrijen, en daarom wilde zij zijn: klein, delend in het lijden van de zondeslavernij, nederig, om de wil van God te vervullen die wilde dat alle mensen werden bevrijd, en dus: dienstbaar aan de mensen, dienstbaar aan de wereld, opdat die zou kunnen worden verlost door de menswording van Gods Zoon. Dienstbaar door een jawoord, dat betekende: levenslang knecht zijn met Christus, die zelf, zoals Paulus zegt: “de gedaante van een slaaf op zich heeft genomen”. De vrijheid van God die zich geeft in liefde, en de knechtschap van het menselijke lichaam aanneemt. Zo ook Maria. De vrijheid van Maria, haar vrijwaring van de zonde, kon haar tot niets anders brengen dan om de nederige dienstmaagd des Heren te worden.
Zij die van Maria een soort ‘vernederde’ dienares maken, hebben een karikatuur gemaakt van haar vrijheid. Niets vernedering. Liefde voor alle mensen! Geen onvrijheid, maar de grootste vrijheid. Vrijheid om je te geven...
In deze meimaand, en op de herdenking van onze eigen vrijheid, wil ik U heel concreet Maria voorhouden. Wij delen in haar vrijheid, als wij ons tot Christus bekeren, gelovig Hem toelaten in ons leven, en leven vanuit zijn genade. Wij zijn ook verlost van de zonde, zij het niet van de moederschoot af. Onze wereld daagt ons voortdurend uit om de vrijheid te misbruiken: om je NIET te geven, om de vrijheid tot een bezit te maken voor jezelf. Maria laat ons zien, dat echte vrijheid altijd gevende vrijheid is, dat het de wereld in de armen sluit, dat het liefde geeft, levenslang, tot het lijden toe. Gaan wij in deze tijd in Godsnaam aan de hand van Maria. Het klassieke lied van Maria Sterre der Zee kent de nog immer actuele zinsnede: “Bedreigen ons noodweer of storm op ons baan, is het scheepj’ onzer ziel in gevaar te vergaan; bedaar o Maria, de storm op uw bede, geleid ons door’ t leven...” Ik moet daar aan denken vandaag en ook in deze rare tijd van coronacrisis. De stormen van onvrijheid van de liefdeloosheid, de angst voor ziekte, ze waaien rondom ons heen, en ze trekken onze ziel in de afgrond van slavernij. Willen wij dankbaar onze moeizaam bevochten vrijheid gebruiken, aan de hand van Maria, om deze wereld meer liefde te geven. Zeggen wij ja met Maria, om in onze samenleving vrije dienstknechten te zijn.

Lezingen van de komende zondag


Inleiding
Op deze vijfde zondag horen we Jezus zeggen, dat wie Hem volgt als 'de weg, de waarheid en het leven', met Jezus mag gaan naar de plaats in het huis van de Vader, de plaats die Jezus voor ons heeft bereid. Wij hoeven daarom niet bang of ongerust te zijn, ook niet in deze rare tijd, want Jezus' belofte geldt, op voorwaarde dat we ons volledig aan Hem toevertrouwen. Jezus, onze enige weg naar de hemel en de enige wijze om de Vader te zien. Jezus, onze waarheid, want we geloven Hem op zijn woord, Hij is het Woord zelf. Jezus, het leven, wij mogen met Hem sterven om ook met Hem te verrijzen tot eeuwig leven.


Eerste Lezing       (Handelingen 6, 1-7)
Toen in die dagen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: “Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid. Hen zullen wij dan met dit ambt bekleden, terwijl wij onszelf blijven wijden aan het gebed en de bediening van het woord.” Dit voorstel vond instemming bij de gehele vergadering en zij kozen Stefanus, een man vol geloof en heilige geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een proseliet uit Antiochië. Dezen werden aan de apostelen voorgedragen, die na gebed hun de handen oplegden. Het woord Gods breidde zich uit en het aantal leerlingen in Jeruzalem vermeerderde sterk; ook een groot aantal priesters gaf zich gewonnen aan het geloof.

Tussenzang          Ps. 33 (32).1-2, 4-5, 18-19
Refrein: Geef ons, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrou­wen.

Jubelt, gerechtigen, voor de Heer wie vroom is dient Hem te loven. Eert dan de Heer met citerspel, en speelt voor Hem op de harp.

Oprecht is immers het woord van de Heer en al wat Hij doet is betrouw­baar. Recht en gerechtigheid heeft Hij lief, de aarde is vol van zijn mildheid.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst ver­trouwen. Dat Hij hen redden zal van de dood, bij hongersnood hen zal voeden.

Tweede Lezing    (1 Petrus 2, 4-9)
Dierbaren, Treedt toe tot de Heer, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilige priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: “Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld.” Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen geldt: De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden, maar ook “een steen waaraan zij zich stoten, een rots waarover zij struikelen.” Zij stoten zich, omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd. Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht.

Alleluia                
Alleluia. Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Alleluia.

Evangelie              (Johannes 14, 1-12)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.” Tomas zei tot Hem: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?” Jezus antwoordde hem: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.” En Jezus weer: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.”

Het heilige en het profane

Voor wie iets meer wil nadenken over de betekenis van de kerk als heilige plaats, en de liturgie als heilige tijd, schreef pastoor Seidel een blog op zijn eigen pagina, klik HIER. Voor degenen die iets meer achtergrond hebben in theologie en filosofie wellicht wel te volgen...

Rechts: heilige plaats, waarlijk, iedereen kan zien: daar woont de Heer.


donderdag 7 mei 2020

Geen openstelling Lambertuskerk dit seizoen

In overleg met het Kerkwachtersgilde, dat elk jaar de openstelling van de Lambertuskerk verzorgt en rondleidingen verzorgt, is besloten dit seizoen de kerk niet te openen op woensdag- en zaterdagmiddag. Wij willen voorkomen dat er kwetsbare mensen risico lopen door zonder dringende reden (toerisme) de kerk te bezoeken. 

Wij hopen dat we in 2021 weer normaal kunnen omgaan met elkaar en weer een Open Kerk kunnen realiseren.

Nieuwsupdate 7 mei

Na de persconferentie van premier Rutte vanavond, hebben we iets meer perspectief.
Wij waren al bezig met het openen van de Jozefkerk voor gebed en dat is voor nu de eerste stap.
Maar de ontwikkelingen kunnen nu snel gaan, richting 1 juli. We hopen nu op snelle verruiming van mogelijkheden!

We houden u van elke nieuwe fase voor de parochie spoedig op de hoogte!

De laatste nieuwsbrief vindt u daarom HIER.

vrijdag 1 mei 2020

Lezingen en overweging voor de vierde zondag van Pasen

Terwijl er in Nederland steeds meer gehunkerd wordt naar een geleidelijke versoepeling van de Corona-maatregelen, zitten we nog steeds met zijn allen thuis. In Duitsland mogen in de meeste deelstaten de kerken weer open dit weekend. Met strenge maatregelen om afstand te houden, dat dan weer wel. In Nederland wordt er ook nagedacht onder welke voorwaarden dat weer zou mogen. 

We hopen er op, want we missen elkaar, en juist op deze zondag van de Goede Herder, wil Jezus ons niet alleen individueel liefdevol vastpakken en op zijn schouders brengen, maar ons ook thuis brengen in zijn schaapsstal, de Kerk. We zijn als individu geroepen om zijn leerlingen te zijn, maar ook met elkaar en voor elkaar. Onder de liefdevolle mantel van onze moeder Maria, aan het begin van de meimaand.

Daarover spreekt pastoor Seidel ook in zijn wekelijkse overweging... en die vindt u HIER, KLIK OP DEZE LINK

https://www.youtube.com/watch?v=fblGKXidWfY


Lezingen


Eerste Lezing       Hand., 2, 14a. 36-41
Op de dag van Pinksteren trad Petrus met de elf naar voren en verhief zijn stem om het woord tot de menigte te richten: "Voor heel het huis van Israël moet onomstotelijk vaststaan, dat God die Jezus die gij gekrui­sigd hebt, tot Heer en Christus heeft gemaakt," Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: "Wat moeten we doen, mannen, broeders?" Petrus gaf hun ten antwoord: "Bekeert u en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de heilige Geest ontvangen. Want die belofte geldt u, uw kinderen en alle mensen, waar dan ook, zovelen de Heer onze God zal roepen." Met nog vele andere woorden legde hij getuigenis af, en hij vermaande hen: "Redt u uit dit ontaarde geslacht." Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten.

Antwoordpsalm Ps. 23 (22), 1-3, 3b-4, 5, 6
Refrein: De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.
De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort; Hij laat mij weiden op groene velden. Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten, Hij geeft mij weer frisse moed.
Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden omwille van zijn Naam. Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.
Uw stok en uw herdersstaf geven mij moed en vertrouwen. Gij nodigt mij aan uw tafel tot ergernis van mijn bestrijders.
Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol. Voorspoed en zegen verlaten mij nooit, elke dag van mijn leven. Het huis van de Heer zal mijn woning zijn voor alle komende tijden.
Tweede Lezing    1 Petr., 2, 20b-25
Dierbaren, Geduldig verdragen wat gij te lijden hebt om uw goede daden, dat is het wat God behaagt. Het is ook uw roeping, want Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten; gij moet in zijn voetstappen treden. Hij heeft geen zonde gedaan en in zijn mond is geen bedrog gevonden. Als Hij gescholden werd, schold Hij niet terug. Als men Hem leed aandeed, uitte Hij geen dreigementen. Hij liet zijn zaak over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen.

Alleluia
Alleluia. Ik ben de goede Herder, zegt de Heer, Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Alleluia.
  
Evangelie              Joh., 10,1-10
In die tijd zei Jezus: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover. Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open. De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze niet volgen; integendeel, zij zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen." Deze gelijkenis vertelde Jezus hun, maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen. Een andere keer zei Jezus tot hen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Allen die voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. lk ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen. lk ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed."



donderdag 30 april 2020

Nieuwsbrief 1 mei

Beste parochianen,
Wij denken aan u en missen u.
Daarom richten wij ons tot u met deze NIEUWSBRIEF, KLIK HIER.

nieuwsbrief mei

vrijdag 24 april 2020

Lezingen en overweging derde zondag van Pasen


Woord van bemoediging

Beste parochianen,

Waarschijnlijk moeten wij nog een langere tijd elkaar missen, omdat we niet kunnen samenkomen, of in ieder geval nog langer anderhalve meter afstand moeten houden. Dat raakt ons allen diep.

Anderzijds hebben we ook een tijd van bezinning, waarin we ons mogen afvragen: moeten we wel terugkeren naar dat oude normaal? Of is het ook een tijd van nieuwe keuzes maken, een nieuwe toekomst, een nieuw normaal op de manier die God van ons mag verwachten? Een nieuwe periode kan ook een nieuw verlangen opwekken naar normalisering waarin het beter is. God laat ons niet in de steek, maar beproeft ons om naderhand méér met Hem verbonden te zijn. Moeten wij deze crisis niet doorstaan, om te kunnen onderscheiden waar het op aan komt?

Laten we het niet alleen met droefheid of mopperend verdragen, maar met een hoopvolle gedachte. God heeft er een bedoeling mee, en we kunnen die in Jezus en het lezen van Gods Woord wellicht ontdekken. Vandaag de lezing van het beroemde Emmausverhaal. Ontmoedigde leerlingen die door Jezus weer op nieuwe gedachten worden gebracht.

Pastoor Seidel heeft voor deze zondag een lange overweging gemaakt, waarin hij de crisis verbindt met de Bijbel en de boodschap dat God ons de weg zal wijzen...




Eerste Lezing       Hand., 2, 14. 22-28
Op de dag van Pinksteren trad Petrus naar voren met de elf en verhief zijn stem om het woord tot de menigte te richten: "Gij allen, Joodse mannen en bewoners van Jeruzalem, weet dit wel en luistert aandachtig naar mijn woorden. Jezus de Nazoreeër was een man wiens zending tot u van Godswege bekrachtigd is. Gij kent immers zelf de machtige daden, wonderen en tekenen, die God door Hem onder u heeft verricht: Hem, die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit en voorkennis is uitgeleverd, hebt gij door de hand van goddelozen aan het kruis gena­geld en gedood. Maar God heeft Hem ten leven opgewekt na de strikken van de dood te hebben ontbonden; want het was onmogelijk dat Hij daardoor werd vastgehouden. Doelend op Hem toch zegt David: De Heer had ik voor ogen, altijd door, Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen; daarom is er blijdschap in mijn hart en jubelt mijn mond van vreugde; ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien. Wegen ten leven hebt Gij mij doen kennen. Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn."

Antwoordpsalm                  Psalm 16

Refrein: Wijs ons, Heer, de weg van het leven.
Behoed mij God, tot U neem ik mijn toevlucht; Gij zijt mijn Heer, ik erken het, ik vind geen geluk buiten U.
De Heer is mijn erfdeel, de dronk uit de beker, Hij heeft mijn lot in zijn hand. Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft, Hij spreekt ook des nachts in mijn hart.
Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer, ik val niet want Hij staat naast mij. Daarom ben ik vrolijk en blij van geest, daarom kan ik rustig gaan slapen.
Mijn ziel laat Gij niet aan het dodenrijk over, Gij levert uw dienaar niet uit aan het graf. Gij zult mij de weg van het leven wijzen om heel mijn vreugde te vinden bij U, bestendig geluk aan uw zijde.

Tweede Lezing    1 Petr., 1, 17-21
Dierbaren, God die gij aanroept als Vader, is ook de onpartijdige rechter over al onze daden; koestert daarom ontzag voor Hem, zolang gij hier in ballingschap leeft. Gij weet dat gij niet met vergankelijke dingen, zoals goud en zilver, zijt verlost uit het zinloze bestaan dat gij van uw vaderen had geërfd. Gij zijt verlost door het kostbaar bloed van Christus, het lam zonder vlek of gebrek, dat uitverkoren was voor de grondlegging der wereld, maar eerst op het einde der tijden is verschenen, om uwentwil. Door Hem gelooft gij in God, die Hem van de doden opgewekt en Hem de heerlijkheid gegeven heeft; daarom is uw geloof in God tevens hoop op God.

Alleluia

Alleluia. Heer Jezus, ontsluit voor ons de Schriften; doe ons hart branden terwijl Gij tot ons spreekt. Alleluia.          


Evangelie              Lc., 24, 13-35

In die tijd waren er twee van de leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaus heette en dat ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en Hij liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: "Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?" Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kléopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: "Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?" Hij vroeg hun: "Wat dan ?" Ze antwoordden Hem: "Dat met Jezus de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen. En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen ! Maar met dit al is het reeds de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest, maar hadden zijn lichaam niet gevonden, en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen ze niet." Nu sprak Hij tot hen: "O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben ! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?" Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: "Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde." Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: "Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?" Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Dezen verklaarden: "De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen." En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.

Koninklijke onderscheiding dhr. Frans van de Leur


Het heeft zijne Majesteit behaagd, om ons parochiebestuurslid Frans van de Leur een koninklijke onderscheiding te geven, niet alleen voor zijn bestuurswerk, maar ook voor meer dan een halve eeuw koorzang bij het Sint-Jozefkoor en andere koren, zijn inzet voor de Stichting Draaiorgelmuseum, kosterswerk, het bestuurswerk voor de Morrisdansgroep en ook zijn inzet voor de restauratie van de Jozef- en Lambertuskerk door vakschool Sint-Lucas waar Frans voorheen docent was. 

Wij feliciteren hem van harte met deze welverdiende onderscheiding en danken hem voor de jarenlange inzet!

Vanmorgen is de onderscheiding via Skype door de burgemeester aangekondigd. Het opspelden en een feestelijke samenkomst volgt na de lockdowncrisis.

Uw pastoor heeft hem, samen met andere vertegenwoordigers van de groepen, op gepaste afstand, toegejuicht op het balkon van zijn huis...