"Mijn vlees is waarlijk voedsel en mijn bloed is
waarlijk drank. Wie mijn vlees eet... en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en ik
in hem." (Johannes 6:55-56)
Het Hoogfeest van het Allerheiligste Lichaam en Bloed van
Christus is een viering van de werkelijke aanwezigheid van Christus in de
Eucharistie. Op deze dag herdenken we de instelling van de Eucharistie bij het
Laatste Avondmaal.
Terwijl het Laatste Avondmaal ook is herdacht op Witte
Donderdag, richt het Hoogfeest van het Allerheiligste Lichaam en Bloed van Christus zich vooral op de gave van de Eucharistie. De stemming is ook
vreugdevoller dan op Witte Donderdag, de dag vóór die van Christus lijden
en dood.
De oorsprong van het Feest van Sacramentsdag gaat terug tot de 13e eeuw.
Een kloosterzuster uit België, Juliana, had van jongsaf aan een grote
liefde voor het Heilig Sacrament en geloofde dat er een speciaal feest gehouden
moest worden ter ere van de Heer. Ze zou een visioen hebben gehad van de Kerk
als volle maan met een donkere vlek, symbool voor de afwezigheid van het feest.
Ze legde haar verlangen voor aan kerkleiders, waaronder de bisschop van Luik en de
Aartsdiaken van de kathedraal van Luik, die beiden overtuigd raakten. De
bisschop begon het feest in zijn bisdom te vieren. De aartsdiaken zou later paus
Urbanus IV worden, en in 1254 stelde hij het feest in voor de universele Kerk.
Helaas stierf paus Urbanus slechts een maand later, en het feest zou pas op de
14e op grotere schaal gevierd worden eeuwen.
De Kerk moedigt eucharistische aanbidding
en processies aan, waarbij de Het Heilig Sacrament in een monstrans door de
kerk gedragen wordt en eventueel naar buiten naar de straten .